Tewerkstelling provincie Antwerpen voor het eerst boven de 75 %
Maar opleidingsaanbod schiet tekort om groeiend aantal knelpunten op te lossen
30 maart 2023
Uit nieuwe cijfers van Statbel blijkt dat de werkgelegenheidsgraad in de provincie Antwerpen gestegen is van 72,2 % eind 2021 tot 75,9 % in 2022. Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland juicht die positieve ontwikkeling toe, maar maakt zich wel ernstige zorgen over de sterke toename van het aantal knelpuntjobs in de industrie. ‘Het huidige opleidingsaanbod speelt onvoldoende in op de bestaande noden’, zegt gedelegeerd bestuurder Luc Luwel.
Voka - Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland benadrukt dat er nog steeds een groot verschil is tussen de tewerkstellingsgraad in de stad Antwerpen en de rest van de provincie. In de stad ligt de werkgelegenheidsgraad nog steeds onder de 70 %. Luc Luwel: ‘In heel de provincie zijn er ongeveer 64.000 werkzoekenden. Bijna de helft van hen woont in de stad Antwerpen. Om die mensen, maar ook de vele inactieven die niet op zoek zijn naar werk te activeren, moet de opleiding naar werk gerichter en interessanter. Ook de uitval naar arbeidsongeschiktheid moet verkleinen.’
Vooral het groeiend aantal knelpuntberoepen vormt een probleem. Die nemen al zes jaar op rij toe. Met 83 technische knelpuntberoepen, waarvan 20 zeer krappe knelpuntberoepen, blijft de industrie de sector met het hoogste aantal moeilijk invulbare jobs. ’Bedrijven zijn vragende partij om samen met de overheden gerichte en innovatieve opleidingen te ontwikkelen en te promoten’, benadrukt Luc Luwel. 'Monteur van elektrische producten is een voorbeeld van een zeer krap knelpuntberoep, waarvoor iemand zonder veel technische achtergrond vrij snel kan ingeschakeld worden.’
Een ander probleem is het groeiende aantal arbeidsongeschikten en langdurig zieken. Voor de hele provincie Antwerpen zijn dat er intussen 61.000, nagenoeg evenveel als het aantal werkzoekenden. Luc Luwel: ‘Het re-integreren van langdurig zieken moet meer dan ooit de focus zijn van de overheid. De federale regering hertekende gedeeltelijk het formele re-integratietraject, maar het proces moet sneller. Om nog meer uitval te vermijden, kan ondersteuning en begeleiding volgens ons best opgestart worden vanaf de eerste maand afwezigheid. De deeltijdse werkhervatting moet ook soepeler en voor een langere periode dan twee jaar mogelijk zijn.’